En dat is vier. Met de ontknoping van het renteschandaal van Rabobank en het vertrek van topman Piet Moerland, hebben alle Nederlandse grootbanken een flinke kras op de ziel. Avontuurlijk bankieren is ABN Amro, ING, SNS en Rabo uitzonderlijk duur komen te staan.
Een klein land met een grote financiële sector, dat is Nederland al eeuwen. Maar de jongste golf van financiële hoogmoed en de daarop volgende ontluistering, laat zien dat Nederlandse bankiers de afgelopen vijftien jaar weinig doordacht op avontuur zijn gegaan, in de zucht naar meer dan basaal bankieren.
Rabobank: hoogste boete ooit
Toen de kredietcrisis in 2008 in volle hevigheid losbarstte, moest de ene na de andere grootbank aan het staatsinfuus. De Nederlandse delen van ABN Amro en Fortis werden genationaliseerd, ING kreeg een kapitaalinjectie van 10 miljard euro en ook SNS Reaal ontving staatssteun.
Zo niet Rabobank. De coöperatieve bank met de solide financiële buffers kon het uitzingen zonder hulp van de staat. Beleggen in rotte Amerikaanse hypotheken? Onvoorzichtig geld steken in commercieel vastgoed? Dat paste allemaal niet in de Rabo-cultuur van prudent bankieren.
Toch is het ergens lelijk fout gegaan bij het bewaken van de eigen normen en waarden, zo bleek dinsdag. Rabobank moet een boete van in totaal 774 miljoen euro betalen aan diverse internationale toezichthouders, De Nederlandsche Bank en het Openbaar Ministerie (OM). De 70 miljoen die Rabo aan het OM betaalt is de hoogste boete voor een Nederlands bedrijf ooit.
Rabobank erkent hiermee zijn rol in het internationale schandaal rond de manipulatie van rentes die banken aan elkaar betalen. De zogenoemde Libor- en Euribor-rentes vormen op hun beurt de basis voor leningen aan consumenten en bedrijven.
Dat Rabobank akkoord gaat met zo'n hoog bedrag, kan maar één ding betekenen: de betrokkenheid van circa 30 eigen medewerkers was zonneklaar. Het ging niet om discutabele missertjes, maar om systematisch bedrog.
Cultuurprobleem: ook bij Rabo
Topman Piet Moerland trok dinsdag terecht de conclusie dat hij als hoogste baas de verantwoordelijkheid moet nemen voor het rente-schandaal, ook al wist de top van Rabobank van niets. Want al stond de bestuurstop hier buiten, er is toch wel degelijk iets goed misgegaan bij het interne toezicht.
Moerland benadrukte in zijn vertrekspeech dat de affaire niet mag afstralen op de 60 duizend medewerkers bij de bank die niet bij de foute praktijken betrokken waren. Tegelijk is duidelijk dat Rabobank in de hoek van de handelsactiviteiten waar de 'snelle' bankiers zitten, flinke steken heeft laten vallen. Dat individuen die over de schreef gaan juist daar miljardenschades kunnen veroorzaken, is de afgelopen jaren volop gebleken uit diverse beursschandalen.
Het virus van avontuurlijk bankieren
Rabobank kan de tik op de vingers van bijna 800 miljoen goed hebben. De boete hakt weliswaar in op winst over dit jaar, maar omdat de verkoop van vermogenstak Robeco een boekwinst van 1,5 miljard euro oplevert, valt dit allemaal goed te overzien.
Toch roept de blamage die Rabo treft, vragen op over waar het toch zo mis is gegaan bij Nederlandse grootbanken de afgelopen jaren. Want als je even terug kijkt is het rijtje missers toch ongekend.
Het symbool van Hollands Financiële Glorie, ABN Amro, werd in 2007 in stukken gehakt bij een vijandige overname. Fortis, als onderdeel van het jagende trio dat ABN opslokte, viel in 2008 bijna om en moest gered worden door de staat. ING kwam in datzelfde jaar in grote problemen met Amerikaanse rommelhypotheken en kreeg staatssteun ter waarde van 10 miljard euro. En SNS Reaal werd begin 2013 genationaliseerd, omdat een wurgende portefeuille met rotte vastgoedkredieten de bankverzekeraar na jaren te veel dreigde te worden.
Kortom: alle Nederlandse grootbanken zijn uiteindelijk zwaar beschadigd uit de financiële crisis van de afgelopen jaren tevoorschijn gekomen. De precieze oorzaken verschillen uiteraard per grootbank en de schade per bank verschilt fors. Maar toch is er wel een gemeenschappelijke noemer vast te stellen.
Sinds het eind van de jaren negentig hebben Nederlandse grootbanken gretig meegesurfd op de international krediethausse. Spaargeld ophalen en simpele hypotheekleningen- en bedrijfskredieten verstrekken werd te saai bevonden. Internationaal meedoen met de grote jongens, was het devies. Dat kon betekenen: op het internationale overnamepad om in Europa, de VS en Azië als wereldbank meer schaalgrootte te krijgen. Maar ook: meedoen aan complexe beleggingsspelletjes, waarvan de risico's lastig te overzien waren.
ABN Amro: fatale internationale expansie
ABN Amro bijvoorbeeld kocht vanaf het eind van de jaren negentig volop banken in de VS, Brazilië en uiteindelijk een Italiaanse loot. Op zich allemaal interessante bezittingen, maar zonder duidelijke samenhang. Dat was ook één van de hoofdredenen voor de kwetsbaarheid van ABN Amro.
Het management onder leiding van voormalige topman Rijkman Groenink committeerde zich sterk aan 'de aandeelhouder', maar had uiteindelijk geen goed verhaal over de meerwaarde van het internationale imperium. Dus konden korte-termijnspeculanten makkelijk redeneren: ophakken die boel, dat levert meer op.
Fortis: te gretige jager
Het Belgisch-Nederlandse Fortis pakte in 2007 de Nederlandse tak van ABN Amro en moest daarvoor diep in de buidel tasten.
Tegelijk had ook Fortis stevig belegd in gebundelde hypotheekpakketjes die kwetsbaar bleken, toen de kredietcrisis in 2008 ten volle uitbrak. Dat betekende uiteindelijk volledige nationalisatie en opdeling van het concern tussen respectievelijk Nederland en België
ING: giftige Amerikaanse hypotheekpakketjes
Ook bankverzekeraar ING ging in het eerste decennium van deze eeuw internationaal de boer op, onder meer met het digitale spaarconcept ING Direct. Dat was mede in de VS zeer succesvol. Zo succesvol dat ING eigenlijk te veel spaargeld had om weg te zetten in eigen hypotheken in de VS.
De bank zag zich gedwongen te beleggen in vermeend betrouwbare Amerikaanse hypotheekpakketjes. Zelfs de risico's van net-niet-rotte Alt-A hypotheken zouden hanteerbaar zijn. Een keuze die in 2008 tot grote problemen leidde, toen dit type beleggingen in de financiële paniek van het moment melaats werd verklaard. Met hangende pootjes moest ING bij de staat aankloppen.
SNS Reaal: verslikt in commercieel vastgoed
De lijdensweg van SNS Reaal was vooral gekoppeld aan overname van delen van ABN Amro's Bouwfonds in 2006. Toenmalig topman Sjoerd van Keulen zag wel wat in de wondere wereld van commercieel vastgoed en projectontwikkeling.
SNS koppelde zijn lot daarmee aan een Nederlandse vastgoedzeepbel, maar werd bijvoorbeeld ook kwetsbaar toen de Spaanse huizenmarkt instortte als gevolg van de kredietcrisis. Een jarenlange lijdensweg volgde, met uiteindelijk toch volledige nationalisatie begin dit jaar.
Rabobank: reputatie op het spel
Zoals gezegd: financieel is er bij Rabobank veel minder grote schade door het Libor-schandaal, vergeleken met wat de andere drie grootbanken is overkomen. De hoogste binnenlandse boete voor een Nederlands bedrijf ooit, kun je echter niet wegpoetsen als een incident.
Pakweg 30 iets te vlotte handelaren kosten Rabobank bijna 27 miljoen euro per individu aan boetes. Financieel te overzien, maar de bijkomende reputatieschade tikt veel zwaarder aan. Het imago van Rabo als transparante bank zonder poespas ligt voorlopig aan diggelen.
Lees ook
Rabobank: boete Libor 774 miljoen euro, topman Piet Moerland weg
Zalm: Niet meer regels maar ander gedrag bij bank
Jeroen de Boer: toch politiek prutswerk bij redding SNS Reaal
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl